Zelfstandig wonen met zorg nabij

Wonen in een serviceflat voorzien van alle hedendaags comfort? Volledig zelfstandig leven, maar met de geruststelling dat er zorg nabij is indien nodig? Genieten van de sociale contacten die gelegd worden in de omgeving? Wonen in een assistentiewoning laat u toe om op een zelfstandige manier te genieten van het leven.

Dicht bij centrum en goed bereikbaar en tegelijk rustig.

Dagprijzen

De dagprijs varieert van woning tot woning afhankelijk van de grootte. De prijs schommelt tussen 18 en 26 euro per dag voor de huur.

Daarnaast komt er 6.99 euro per dag bij voor zorg en omkadering. Dit staat voor:

24/7 crisiszorg

Overbruggingszorg

ondersteuning van de woonassistent

begeleiding waar nodig

ontmoeting in de gemeenschappelijke ruimte

Onderhoud gemeenschappelijke delen

  • Gemeenschappelijke ruimte, altijd toegankelijk doorheen de dag

  • Regelmatig koffieklets

  • Regelmatig bezoek van de woonassistent

  • Goede samenwerking met nabijgelegen Woonzorgcentrum

  • Samen genieten van animatie met bewoners van Woonzorgcentrum

    INTERNE AFSPRAKENNOTA

    Overeenkomstig het woonzorgdecreet en het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2012 betreffende de groepen van assistentiewoningen dient voor elke groep van assistentiewoningen een interne afsprakennota te worden opgesteld. Deze nota wordt – bij de aanvang van de bewoning – aan elke bewoner ter beschikking gesteld door de beheersinstantie. Deze nota wordt aan de overeenkomst inzake bewoning gehecht om er een geïntegreerd onderdeel van uit te maken.

    De bepalingen van de interne afsprakennota dient door elke eigenaar en bewoner te worden nageleefd en gerespecteerd. Wijzigingen aan deze nota worden vooraf aan elke bewoner meegedeeld en zullen ten vroegste kunnen worden toegepast na verloop van dertig dagen na kennisgeving ervan aan de bewoner.

    1. ALGEMEEN

    1.1. Beheer van de voorziening

    De groep van assistentiewoningen, residentie De Ster wordt beheerd door VZW De Ster, Gentsesteenweg 156, 9420 te Erpe-Mere hierna de beheersinstantie genoemd, staat in voor het verblijf en de organisatie van de zorg- en dienstverlening ten behoeve van de bewoners. De beheersinstantie verzekert de dagelijkse leiding van de groep van assistentiewoningen. De contactgegevens van de beheersinstantie zijn de volgende:

    Adres & correspondentie: VZW De Ster

    Gentsesteenweg 156 bus 35

    9420 Erpe-Mere

    Ondernemingsnummer: 0673.697.761

    Contactpersoon administratie: Lucrèce De Palmenaer

    GSM: 0489 15 49 36

    E-mail administratie: lucrece@vzwdester.be

    Website: www.vzwdester.be

    Verantwoordelijke: Johan Van Vaerenbergh

    GSM: 0472 45 11 49

    info@vzwdester.be

    1.2. Doelstelling

    De beheersinstantie zal alles in het werk stellen opdat de bewoner zolang mogelijk in de assistentiewoning kan blijven wonen. Een overplaatsing naar een andere zorgvoorziening kan hierdoor uitgesteld of vermeden worden.

    1.3. Dagelijks verantwoordelijke

    De beheersinstantie stelt een dagelijkse verantwoordelijke aan, die zijn taak uitoefent onder het gezag van de beheersinstantie. De naam van en de coördinaten waarop de dagelijkse verantwoordelijke is te bereiken wordt aan de bewoners meegedeeld. De gegevens vindt u ook aan het kantoor en bij de ingang van de residentie.

    MAANDAG 10h00 – 11h00 TER ERPE 14h00 – 15h00 TER ERPE

    DINSDAG 10h00 – 11h00 TER ERPE 14h30 – 16h15 MONA ELISA

    WOENSDAG 10h00 – 11h00 TER ERPE

    Tim werkt niet op woensdag

    DONDERDAG 10h00 – 11h00 TER ERPE 14h30 – 16h15

    MONA & PROMISSA

    VRIJDAG TER ERPE 14h30 – 16h15 JFK

    Tim: 0484 57 10 09 te bereiken: ma, di, do en vr van 09u tot 17u – Niet op woensdag

    Lucrèce: 0489 15 49 36 te bereiken: van ma tot do van 09u tot 17u – vrij van 09u tot 12u

    Buiten de kantooruren kunt u voor dringende zaken of info steeds bellen naar de verantwoordelijke:

    Johan Van Vaerenbergh 0472 45 11 49

    1.4. Overtuiging en vrijheden

    De beheersinstantie eerbiedigt de ideologische, politieke, filosofische en godsdienstige overtuiging van iedere bewoner. Deze overtuiging mag echter niet storend zijn voor het gemeenschapsleven waaraan de bewoner binnen de groep van assistentiewoningen deelneemt.

    De beheersinstantie zal geen toelatings- of ontslagcriteria hanteren die betrekking hebben op deze overtuiging. Evenmin mag de beheersinstantie bij het beoordelen van deze criteria rekening houden met het lidmaatschap van een organisatie of groepering, de financiële draagkracht of de etnische afkomst van de bewoner.

    De beheersinstantie waakt erover dat de bewoner van een assistentiewoning de grootst mogelijk vrijheid geniet, zoals hij vrij is in zijn natuurlijk thuismilieu. De beheersinstantie kan die vrijheid enkel beperken om organisatorische redenen, waarover duidelijk met de bewoners moet worden gecommuniceerd.

    Om een vreedzaam en harmonieus levensmilieu te bewaren, gedragen de bewoners zich onderling met de nodige achting, helpen ze elkaar en eerbiedigen ze de godsdienstige, filosofische, ideologische en politieke overtuigingen van eenieder. Iedere bewoner heeft de mogelijkheid om de godsdienst naar zijn keuze te beoefenen, zonder dat daarbij enige druk wordt uitgeoefend.

    1.5. Basisreglement

    De interne afsprakennota bevat praktische inlichtingen en de nodige basisafspraken die elke eigenaar en bewoner aanbelangen en moet respecteren.

    2. VERBLIJFSVOORWAARDEN

    2.1. Wie kan een assistentiewoning bewonen?

    Iedereen ouder dan 65 jaar kan in een assistentiewoning verblijven. Dit geldt eveneens voor zorgbehoevende ouderen die enkel zijn aangewezen op ambulante zorgverlening (thuisverpleging en/of bejaardenhulp). Indien ouderen zwaar zorgbehoevend zijn, kunnen zij enkel in een assistentiewoning verblijven indien zij samenwonen met een valide persoon die de zorgverlening verzekert.

    Indien twee personen zich aanmelden voor een verblijf in een assistentiewoning (in gezinsverband), moeten in principe beide personen de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt. De beheersinstantie kan van deze principiële voorwaarde afwijken indien de maatschappelijke, medische en sociale omstandigheden waarin beide personen zich bevinden, dit verantwoorden.

    De assistentiewoning kan ook bewoond worden door een persoon die jonger is dan 65 jaar op voorwaarde dat hij/zij minimum 66 % invaliditeit kan aantonen. Het aantal bewoners, jonger dan 65 jaar, mag de 25 % van de totaliteit niet overschrijden.

    2.2. Bijzondere verblijfsvoorwaarden

    De beheersinstantie bepaalt de bijzondere opnamevoorwaarden en beslist over het aanvaarden of weigeren van de kandidaat-bewoners. De kandidaat-bewoner moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

    – voldoen aan de leeftijdsvoorwaarde (momenteel 65 jaar) en de in punt 2.1 vermelde voorwaarden, zoals bepaald door de op dat moment vigerende wetgeving om een assistentiewoning te mogen bewonen; hiervan kan echter omwille van dwingende redenen afgeweken worden, mits van het Agentschap Zorg & Gezondheid van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap een machtiging tot afwijking wordt bekomen;

    – zich ertoe verbinden alle kosten te betalen zoals deze gespecificeerd worden in de bewonings-overeenkomst;

    – zich ertoe verbinden de bewoningsovereenkomst en de interne afsprakennota na te leven.

    2.3. Wachtlijsten en voorrangsregels

    De beheersinstantie houdt een wachtlijst bij waarop kandidaat-bewoners zich kunnen inschrijven voor een verblijf in één van de assistentiewoningen in deze zorgwoning. De beheersinstantie houdt een register van deze inschrijvingen bij. De inschrijvingen worden in chronologische volgorde bijgehouden. De beheersinstantie beslist over de opname in het inschrijvingenregister en brengt de kandidaat-bewoner hiervan schriftelijk op de hoogte. De inschrijving in dit register brengt noch voor de kandidaat-bewoner, noch voor de beheersinstantie rechten of plichten met zich mee.

    De volgende voorrangsvolgorde zal bij de toewijzing van een assistentiewoning worden gerespecteerd:

    1) voorrang wordt verleend aan de kandidaat-bewoner die tevens eigenaar is van een assistentie-woning in de zorgwoning en die zijn assistentiewoning wenst te betrekken, mits de eigenaar

    – voldoet aan de bewoningsvoorwaarden als bedoeld in punt 2.1 en 2.2,

    – een bewoningsovereenkomst en de interne afsprakennota onderschrijft;

    2) vervolgens wordt voorrang verleend aan de door de eigenaar van de assistentiewoning voorgestelde kandidaat-bewoner op voorwaarde dat:

    – de eigenaar de beheersinstantie hiervan schriftelijk/per e-mail op de hoogte brengt,

    – de door de eigenaar voorgestelde kandidaat-bewoner

    ° voldoet aan de bewoningsvoorwaarden als bedoeld in punt 2.1 en 2.2 en

    ° een bewoningsovereenkomst en de interne afsprakennota onderschrijft;

    3) vervolgens wordt voorrang verleend aan inwoners van de gemeente Erpe-Mere of omliggende gemeenten en dit met inachtname van de volgende cumulatieve voorwaarden:

    – de chronologie van hun inschrijving op de wachtlijst,

    – voldoen aan de bewoningsvoorwaarden als bedoeld in punt 2.1 en 2.2,

    – het onderschrijven van een bewoningsovereenkomst en de interne afsprakennota.

    De beheersinstantie beslist autonoom en in eer en geweten over de toewijzing aan een kandidaat-bewoner die op de inschrijvingsregister is vermeld, met inachtname van bovenstaande criteria. Deze beslissing is niet voor betwisting of enig ander bezwaar of beroep vatbaar.

    2.4. Opeisbaar woonrecht ten gunste van de eigenaar van de assistentiewoning

    Uiteraard kan de eigenaar van een assistentiewoning ervoor opteren om – na de oprichting en ingebruikname van het gebouw – de assistentiewoning zelf te bewonen.

    Ingeval de eigenaar aanvankelijk niet de bewoner is, maar later beslist om de assistentiewoning, die zijn eigendom is, zelf te bewonen, dan kan hij het woonrecht op deze assistentiewoning te zijnen gunste opeisen. Vermits de beheersinstantie in dat geval wettelijk verplicht is, de bewoner die op dat moment in de assistentiewoning verblijft, een andere en gelijkwaardige assistentiewoning toe te wijzen (zie hierover ook artikel 7.3), dient de eigenaar ruim op voorhand aan de beheersinstantie zijn voornemen kenbaar te maken om zijn eigen assistentiewoning te bewonen.

    Van zodra de beheersinstantie een dergelijk verzoek van de eigenaar ontvangt, beschikt zij over een termijn van maximaal 6 maanden om voor de bewoner een andere en gelijkwaardige assistentiewoning toe te wijzen. De beheersinstantie verbindt er zich evenwel toe alle gerede inspanningen te leveren om dit zo snel mogelijk geregeld te krijgen. Van zodra een andere en gelijkwaardige assistentiewoning is gevonden voor de bewoner, brengt de beheersinstantie de eigenaar hiervan onmiddellijk op de hoogte en worden de nodige afspraken gemaakt.

    Telkens een assistentiewoning vrij komt en vooraleer een nieuwe kandidaat-bewoner te contacteren of toe te laten, zal de beheersinstantie de eigenaar vragen of hij de woning op dat moment al dan niet zelf wenst te betrekken.

    3. AANVANG VAN DE BEWONING

    3.1. Onthaal

    De beheersinstantie organiseert een degelijk onthaal. Aan de kandidaat-bewoner wordt de nodige toelichting verstrekt, samen met de interne afsprakennota en een ontwerp van de bewoningsovereenkomst.

    De beheersinstantie verleent haar medewerking teneinde de verhuis en ingebruikname van de assistentiewoning zo vlot mogelijk te laten verlopen. De beheersinstantie regelt o.m. de administratie in verband met de ingebruikname (of overname) van nutsvoorzieningen. Nieuwe bewoners worden mondeling en/of schriftelijk voorgesteld aan de bewonersraad bij de eerstvolgende samenkomst, als bedoeld in punt 9.

    3.2. Toewijzing van een assistentiewoning

    Voor de aanvang van het verblijf wordt iedere bewoner door de beheersinstantie op de hoogte gebracht van de gegevens van de assistentiewoning, die hij wenst te betrekken.

    In samenspraak met de beheersinstantie en rekening houdend met de voorschriften inzake veiligheid en hygiëne, mag de bewoner de assistentiewoning naar eigen smaak inrichten. De bewoner zorgt zelf voor het meubilair en de inboedel en huisraad in de assistentiewoning. Desgewenst kan de beheersinstantie worden gevraagd om nuttig advies te geven bij de keuze van (nieuw en) aangepast meubilair.

    3.3. De bewoningsovereenkomst

    Overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake, sluit de beheersinstantie met de bewoner en/of zijn gevolmachtigde een schriftelijke overeenkomst af, waarin de afspraken en verbintenissen met betrekking tot het verblijf in de assistentiewoning worden opgenomen.

    3.4. Plaatsbeschrijving

    Voor de ingebruikname van de assistentiewoning dient de bewoner zich te vergewissen van de goede staat ervan. In aanwezigheid van de beheersinstantie of diens gevolmachtigde en de bewoner of diens gevolmachtigde zal een tegensprekelijke plaatsbeschrijving worden opgemaakt, die door beide partijen wordt ondertekend.

    3.5. Waarborg

    Bij het begin van het verblijf zal door de beheersinstantie aan de bewoner een waarborg worden gevraagd ten bedrage van 30 maal de vaste bewoningskost. Deze waarborg wordt door de kandidaat bewoner gestort op een afzonderlijke, geblokkeerde waarborgrekening op naam van de bewoner. De interest wordt gekapitaliseerd ten gunste van de bewoner.

    3.6. Opmaak individuele bewonersfiche en privacyverklaring

    Bij aanvang van het verblijf van de bewoner wordt een persoonlijke fiche ingevuld, waarop – naast alle persoonlijke gegevens van de bewoner – volgende gegevens worden vermeld:

    – de identiteit van de bewoner

    – het ziekenfonds waarbij de bewoner is aangesloten (klever)

    – de huisarts en eventuele paramedici waarop de bewoner beroep doet

    – het gewenste ziekenhuis in geval van een dringende opname

    – de naam, het adres en het telefoonnummer van minstens twee personen die in noodgevallen moeten worden verwittigd

    – de naam, het adres en het telefoonnummer van de persoon die belast wordt met het beheer van de gelden en goederen van de bewoner, indien deze in een situatie zou komen waarin hij niet meer in staat is deze zelf te beheren

    De bewoner bezorgt aan de beheersinstantie ook de volgende stukken:

    – 3 klevers van het ziekenfonds

    – kopie van de identiteitskaart (voor- en achterkant)

    – bankrekeningnummer

    – medische verslagen van de huisarts of behandelende arts die noodzakelijk geacht worden.

    Door de beheersinstantie wordt geen medisch dossier bijgehouden. Wel worden de belangrijkste gegevens aangaande de gezondheidstoestand van de bewoners bijgehouden op de individuele fiche. Die informatie is nodig om in geval van nood (brand, plotse ziektetoestand) de hulpverlening efficiënt te kunnen organiseren.

    Facultatief kunnen op de individuele fiche ook worden vermeld:

    – de mobiliteitsgegevens van de bewoner

    – de godsdienstige, politieke, ideologische of filosofische overtuiging

    – eventuele schikkingen bij overlijden

    De beheersinstantie bewaart deze persoonlijke gegevens, dit met respect voor de persoonlijke levenssfeer, zodat alleen personen die daarvoor bevoegd zijn, er toegang tot hebben. De bewoner of zijn gevolmachtigde heeft altijd recht op inzage in de gegevens die de bewoner rechtstreeks aanbelangen, en desgevallend op de correctie of aanpassing van deze gegevens.

    3.7. Syndicus en statuten van mede-eigendom

    Ingevolge de reglementering inzake appartementsmede-eigendom, zijn voor het gebouw statuten van mede-eigendom (basisakte en reglement van interne orde) opgemaakt en is een syndicus aangesteld.

    4. VERBLIJFSMODALITEITEN

    4.1. Langdurige afwezigheid

    Het staat elke bewoner uiteraard vrij de assistentiewoning voor een bepaalde periode te verlaten.

    Wanneer de bewoner voor langere tijd afwezig is, moet hij de dagelijks verantwoordelijke van de beheersinstantie daarvan op de hoogte brengen. De dagelijks verantwoordelijke houdt een afwezigheidregister bij. Desgewenst kan de duur van de afwezigheid, het adres en het telefoonnummer waar de bewoner kan worden bereikt, aan de dagelijks verantwoordelijke worden opgegeven.

    Voor de dagen van afwezigheid blijft de bewoner evenwel de volledige dagprijs verschuldigd.

    4.2. Bewegingsvrijheid

    Alle gemeenschappelijke ruimten in het gebouw, evenals de oprit, de parking en de tuin, zijn toegankelijk voor de bewoners en hun bezoekers.

    4.3. Vrijwaring van rust en stilte

    De bewoners zorgen erover dat noch zijzelf, noch hun bezoekers de rust en de privacy van de andere bewoners verstoren.

    Vanaf 21 uur ‘s avonds tot 8 uur ‘s morgens dient absolute stilte te worden gerespecteerd.

    Het gebruik van radio-, televisie- en andere toestellen mag niet storend zijn voor de medebewoners.

    4.4. Netheid en hygiëne

    Om de netheid en de hygiëne te bevorderen zal elke bewoner waken over de orde en netheid van de assistentiewoning, het gebouw zelf, de gemeenschappelijke ruimten en toiletten, de tuin en de parking met oprit, de eventuele huisvuil- en fietsenberging.

    Huisdieren zijn enkel toegelaten indien de bewoner er zelf zorg voor draagt en ze geen hinder veroorzaken voor andere bewoners of schade aanbrengen aan de assistentiewoning of de zorgwoning. Het algemeen belang en/of hygiëne mag niet in het gedrang komen.

    4.5. Brandveiligheid

    Om zichzelf en anderen niet in gevaar te brengen is het nodig dat de bewoners alles vermijden wat brandgevaar kan opleveren.

    Elektrische apparaten mogen enkel gebruikt worden indien zij volledig in orde zijn. Het gebruik van bijkomende verwarmingstoestellen is niet toegelaten. In geen geval mogen in de assistentiewoning toestellen worden gebruikt die gebruik maken van ontvlambare vloeistoffen en/of gassen (gasfornuizen, petroleumkachels, spiritusbranders e.d.).

    Roken in bed en in de lokalen waar een rookverbod geldt, alsook asbakken ledigen in afvalmanden, is ten strengste verboden. In de gemeenschappelijke ruimten, waaronder de gemeenschappelijke ontmoetingsruimte is het verboden te roken. Gebruik van brandende kaarsen in de private delen is verboden.

    De bewoners worden verzocht hun medewerking te verlenen aan een verplichte jaarlijkse controle van de aanwezige brandtoestellen.

    Als brandoefeningen worden georganiseerd, zullen de bewoners daaraan hun volle medewerking verlenen.

    Weet jij waar de brandslang hangt op jouw afdeling, ken je het vluchtplan en weet je de nooduitgang te vinden? Ook met je ogen dicht? Hier wat tips, mocht er bij jou op de afdeling brand uitbreken.

    Er zal jaarlijks een brandpreventieoefening plaatsvinden.

    Preventieve maatregelen nemen bij brand:

    – Gangen, trappen en uitgangen moeten altijd vrijgehouden worden van obstakels (bv. Matten, de-coratie, …).

    – Toegangswegen moeten bereikbaar zijn voor brandweervoertuigen (inrit van de parking steeds vrijhouden).

    – Automatische brandwerende deuren mogen niet belemmerd worden (bv. door meubilair).

    – De niet-automatisch werkende branddeuren horen dicht te zijn.

    – Er moet regelmatig toezicht gehouden worden op de brandveiligheid.

    – Vloerbedekking mag niet kunnen verschuiven, omkrullen of oprollen.

    – Afval hoort regelmatig te worden afgevoerd naar de daarvoor bestemde afvalcontainers.

    Voor als het écht gebeurt: richtlijnen bij brand

    – Breek bij brand het glas van de brandmelder en waarschuw onmiddellijk de brandweer 112.

    – Ontruim bij alarm het gebouw zo snel mogelijk en ga naar de verzamelplaats. Volg de kortst mo-gelijk weg en gebruik geen liften. Doe de deuren achter je dicht en houd de ramen gesloten.

    – Laat het werk over aan specialisten en volg hun instructies.

    – Keer nooit terug! Als er mensen vermist zijn, meld dat dan aan de verantwoordelijke medewer-kers ter plaatse.

    4.6. Onderhoud en herstelling

    De bewoner zal de assistentiewoning als een goede huisvader onderhouden. Hij dient tevens in te staan voor de normale herstellingen die verbonden zijn aan het gebruik van de assistentiewoning (bv. in geval van beschadiging) en die niet te wijten zijn aan overmacht, normale slijtage of ouderdom.

    Alle andere herstellingen zijn ten laste van de eigenaar van de assistentiewoning, en onder meer deze te wijten aan normale slijtage, ouderdom, overmacht en gebreken in de assistentiewoning.

    4.7. Aanpassingswerken of verbouwingswerken

    Aanpassings- of verbouwingswerken aan de assistentiewoning of aan de vaste uitrusting ervan zijn niet toegestaan. In tegels en vloeren kan niet worden geboord, geschroefd of genageld. Eventuele schade die optreedt door het niet naleven van deze bepaling wordt verhaald op de bewoner, ook al zou dit het bedrag van de waarborg als bedoeld in punt 3.5 overschrijden.

    4.8. Eigenaarsrecht

    De eigenaar heeft het recht zijn assistentiewoning, ingeval van bewoning door een derde, te bezichtigen. De eigenaar neemt daarvoor contact op met de beheersinstantie, die de nodige afspraken zal maken om een rondgang in de betrokken assistentiewoning mogelijk te maken. Door het ondertekenen van de bewoningsovereenkomst aanvaardt elke bewoner dit recht in hoofde van de eigenaar.

    5. AANGEBODEN DIENSTEN

    5.1. Basisdiensten

    5.1.1. Basisdiensten inzake zorg en bewoning

    De beheersinstantie garandeert aan de bewoner een aantal basisdiensten inzake zorg, dit overeenkomstig de vigerende wetgeving. De beheersinstantie verzekert het voorhanden zijn van of het in het bereik brengen van de volgende verplichte basisdiensten:

    – het voorzien van permanentie (7 dagen op 7, 24 uur op 24 uur) gekoppeld aan het noodoproep-systeem dat in elke assistentiewoning aanwezig is (crisiszorg)

    – de garantie van overbruggingszorg

    – het aanwezig zijn van een woonassistent

    – de organisatie van activiteiten en evenementen door en voor de bewoners

    – de organisatie van een gebruikersraad en klachtenbehandelaar

    – administratieve en psychosociale begeleiding

    – het normale onderhoud van de gemeenschappelijke delen van de mede-eigendom

    Crisiszorg is een onmiddellijke en aangepaste interventie in geval van een noodsituatie die niet vooraf kan worden ingeschat en waarin onmiddellijk zorg moet worden geboden. De beheersinstantie verbindt er zich toe dat, ingeval van een noodoproep, met de bewoner onmiddellijk contact wordt opgenomen en, als dat nodig is, het nodige wordt gedaan om de bewoner onmiddellijk passende zorg te verstrekken. Hiertoe werd een contract afgesloten met Wit-Geel-Kruis Oost Vlaanderen.

    Overbruggingszorg is aangepaste zorg die aansluit bij crisiszorg en die gedurende een korte periode wordt verleend in afwachting dat de zorg wordt verleend die de bewoner zelf heeft gekozen. Als naar het oordeel van de behandelende arts, na overleg met de eventuele andere betrokken zorgverleners, de lichamelijke of geestelijke gezondheidstoestand van de bewoner zodanig is dat een opname in een meer passende zorgvoorziening noodzakelijk is, zal de beheersinstantie, in overleg met de bewoner, zijn gevolmachtigde, zijn familie of mantelzorgers, alle hulp verlenen bij het zoeken naar een passend verblijf.

    De beheersinstantie kan voor crisis- en overbruggingszorg een samenwerkingsovereenkomst afsluiten met een of meer zorgverleners of welzijns- of gezondheidsvoorzieningen uit de omgeving, waarbij die zorgverleners of voorzieningen zich ertoe zullen verbinden die zorg met voorrang te verlenen. De beheersinstantie brengt de bewoner hiervan op de hoogte. Hiertoe werd een overeenkomst afgesloten met Wit-Geel-Kruis, Familiezorg en Familiehulp.

    De beheersinstantie stelt een woonassistent aan voor de groep van assistentiewoningen. De bewoner kan beroep doen op de woonassistent, die ervoor zorgt dat de bewoner kan deelnemen aan activiteiten die de sociale netwerkvorming bevorderen. De woonassistent is minstens éénmaal per week aanwezig in de zorgwoning en is op werkdagen telefonisch bereikbaar tijdens de kantooruren.

    Onder administratieve begeleiding wordt verstaan dat de beheersinstantie alle administratie in verband met de bewoning op zich neemt. Niet alleen zorgt de beheersinstantie o.m. voor hulp bij het afsluiten, aanpassen of overnemen van abonnementen m.b.t. nutsvoorzieningen, zij staat ook in voor de administratieve organisatie van de bewoning (‘verhuur’), zoals bv. het bijhouden van wachtlijsten, het screenen van de kandidaat-bewoners, het opstellen en afsluiten van de bewoningsovereenkomsten, het regelen van de waarborg, het opstellen van plaatsbeschrijvingen, de invordering van de bewoningsvergoeding, het behandelen van bewonersmutaties, inbegrepen de opzeg of de vernieuwing van de bewoningsovereenkomsten, het sturen van betalingsherinneringen en aanmaningen, het voeren van communicatie met de bewoners, het berekenen van indexeringen of prijsaanpassingen, het opstellen van afrekeningen.

    Onder onderhoud van de gemeenschappelijke delen wordt het normaal onderhoud verstaan, o.a. het onderhouden van de gangen, de inkom, alle gemeenschappelijke ruimten, trapzalen en het gebruikelijk onderhoud van de tuin.

    De beheersinstantie verzekert de aanwezigheid of het voorhanden zijn van al deze diensten. De kostprijs voor dit aanbod is opgenomen in de vaste dagprijs, exclusief tuinonderhoud. De kosten voor de effectief geleverde zorg zijn ten laste van de bewoner.

    5.1.2. Diensten syndicus en verzekering

    De syndicus van het gebouw staat, namens de vereniging van mede-eigenaars, in voor het beheer van de mede-eigendom (met uitzondering van het normale onderhoud van de gemeenschappelijke delen, zie hoger).

    De Syndicus zal tevens zorgen voor het afsluiten van een brandpolis voor het gebouw (groep van assistentiewoningen). De brandpolis bevat een dekking tegen brand, schade door storm en natuurrampen, waterschade, rechtsbijstand en burgerlijke aansprakelijkheid (BA-gebouw), conform de wettelijke bepalingen, en inbegrepen afstand van verhaal ten opzichte van de bewoners. We vragen uitdrukkelijk aan de bewoner om een brandverzekering voor zijn inboedel af te sluiten met een clausule van afstand van verhaal t.o.v. derden.

    5.2. Facultatieve diensten inzake zorg

    De bewoner kiest vrij de bijkomende zorg, hulp en diensten die hij zelf wil, evenals de verstrekker van die zorg, hulp en diensten. Met bijkomende zorg wordt – zonder limitatief te zijn – bedoeld: poetshulp, (para-)medische zorgen, boodschappendienst, was- en strijkdiensten, maaltijden, kapper, manicure en pedicure, kinesitherapie, andere therapieën, gezins- en bejaardenzorg, apotheekdienst, enz. De beheersinstantie brengt deze bijkomende zorg in het bereik van de bewoner, die er een beroep kan op doen, telkens als hij dat wenst.

    De beheersinstantie zorgt er minstens voor dat de bewoner, die dat wil, de mogelijkheid heeft om dagelijks een warme maaltijd te ontvangen, die op een gezonde en afwisselende wijze is samengesteld en aangepast is aan de gezondheidstoestand van de bewoner en/of aan de door de arts aangegeven dieetvoorschriften. De bewoner heeft geen enkele verplichting om de door de beheersinstantie aangeboden maaltijden te gebruiken.

    De effectieve kosten voor de geleverde bijkomende diensten zijn ten laste van de bewoner en zijn niet in de vaste dagprijs begrepen. De kostprijs van geleverde bijkomende diensten zullen in voorkomend geval op de maandelijkse factuur worden vermeld, tenzij deze door de bewoner rechtstreeks aan de verstrekker van deze zorg, hulp of diensten worden betaald.

    6. FINANCIELE ASPECTEN

    6.1. Vaste dagprijs

    De bewoner betaalt een vaste dagprijs, die als volgt is samengesteld:

    1) kost bewoning (‘huur’),

    2) kost basisdiensten inzake zorg en onderhoud van de gemeenschappelijke delen.

    Het refertebedrag van de vaste dagprijs wordt door de beheersinstantie vastgesteld in de overeenkomst van bewoning.

    6.1.1. Kost bewoning

    De kost voor bewoning wordt per assistentiewoning bepaald (o.m. rekening houdend met de ligging, oriëntering, aantal slaapkamers, enz.) en wordt in de bewoningsovereenkomst vastgesteld. De kost voor bewoning wordt door de beheersinstantie geïnd en doorgestort naar de eigenaar (indien deze niet zelf de bewoner van de assistentiewoning is). Indien de eigenaar zelf de bewoner van de assistentiewoning is, wordt uiteraard geen bewoningskost in rekening gebracht.

    6.1.2. Kost basisdiensten inzake zorg en onderhoud

    De kost voor het in het bereik brengen van de verplichte basisdiensten, (permanentie en noodoproepsysteem (crisiszorg), garantie van overbruggingszorg, de woonassistent, de gebruikersraad en klachtenbehandelaar en administratieve en psychosociale begeleiding, …) en het onderhoud van de gemeenschappelijk delen is een vast bedrag per dag. Dit bedrag is gelijk voor elke assistentiewoning binnen het gebouw en komt toe aan de beheersinstantie.

    6.2. Eventuele bijkomende kosten

    6.2.1. Facultatieve zorgen en diensten

    De kosten voor facultatieve diensten inzake zorg als bedoeld in punt 5.2 en de reële kostprijs van de geleverde crisis- en overbruggingszorg, worden niet gedekt door de dagprijs en zijn door de bewoner zelf te betalen, aan degene die deze zorgen heeft verstrekt.

    ¬¬¬¬¬

    6.2.2. Persoonlijke onderhouds- en verbruikskosten

    De bewoner staat zelf in voor normaal onderhoud van de assistentiewoning, voeding en kleding, individuele abonnements- en verbruikskosten zoals water, verwarming, elektriciteit, telefoon, TV, internet ed. De kosten die voortvloeien uit het benutten of gebruiken van de diensten en leveringen van andere organisaties dan de beheersinstantie, dienen rechtstreeks met deze diensten te worden verrekend.

    Ingeval gas en water via een collectieve installatie wordt aangeleverd, zal het verbruik ervan geregeld worden tussen de beheerinstantie en de bewoner, dit via een systeem van provisies en jaarlijkse afrekeningen.

    Ter ondersteuning van de bewoner neemt de beheersinstantie de administratie voor de organisatie van aanvang, beëindiging of overname van deze diensten en voorzieningen op zich, dit alles in overleg met de bewoner. De kostprijs voor deze administratieve ondersteuning is begrepen in de vaste dagprijs (administratie).

    6.3. Aanpassing dagprijs

    De bewoningskost: (huurprijs van het appartement) kan jaarlijks worden geïndexeerd, volgens de wettelijke bepalingen.

    De kost basisdiensten: de dagelijkse kostprijs inzake de verplichte basisdiensten zorg en onderhoud van de gemeenschappelijke delen kan tussentijds of jaarlijks worden aangepast in geval van stijging van kosten, prijzen en lasten, overeenkomstig het woonzorgdecreet en het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2012 betreffende de groepen van assistentiewoningen.

    Elke prijswijziging wordt door de beheersinstantie schriftelijk ter kennis gebracht aan de bewoner of zijn gevolmachtigde en dit minstens één maand voor de toepassing er van.

    Alle voornoemde prijsaanpassingen kunnen niet worden beschouwd als een wijziging van de bewoningsovereenkomst.

    6.4. Facturatie en betalingen

    Op het einde van elke maand wordt door de beheersinstantie een factuur opgemaakt waarop duidelijk volgende gegevens zijn vermeld:

    1) de identiteit van de bewoner,

    2) het aantal dagen verblijf (wanneer het verblijf minder dan een volle maand bestrijkt: de begin- en einddatum),

    3) de gevraagde dagprijs met opgave van het gedeelte dat betrekking heeft op het genotsrecht van de assistentiewoning (kostprijs van bewoning) en van het gedeelte dat betrekking heeft op dienstverlening (kostprijs verplichte basisdiensten zorg en onderhoud van de gemeenschappe-lijke delen),

    4) een gedetailleerde opgave van alle extra vergoedingen die bovenop de dagprijs in rekening zijn gebracht (met vermelding van aard, aantal en bedrag),

    5) het totaal verschuldigde netto bedrag.

    De beheersinstantie bezorgt een exemplaar van de factuur aan de bewoner of zijn gevolmachtigde die voor de betaling instaat. De betaling van de factuur dient te gebeuren binnen 30 dagen na ontvangst ervan. Alle betalingen dienen te gebeuren door storting of overschrijving op het bankrekeningnummer dat door de beheersinstantie wordt opgegeven.

    Bezwaren tegen de factuur moeten bij de beheersinstantie worden ingediend binnen acht dagen na ontvangst ervan door de bewoner of zijn gevolmachtigde die voor de betaling instaat.

    In geval van tijdelijke afwezigheid van de bewoner wordt geen korting of terugbetaling gedaan op de dagprijs.

    Op elke som die niet betaald is binnen de in artikel 3.1. voorziene termijn van 30 dagen, zal van rechtswege en zonder formele aanmaning vanaf de tiende dag na ontvangst van de factuur een verwijlintrest verschuldigd zijn door de bewoner, tegen een rentevoet vastgesteld op 1,5 procent per maand.

    6.5. Beheer van gelden en goederen

    Het beheer van gelden en/of goederen van de bewoner kan niet aan de beheersinstantie, noch aan de dagelijks verantwoordelijke of een personeelslid van de beheersinstantie worden toevertrouwd, met uitzondering van de verrekening van kosten die rechtstreeks met het verblijf in de assistentiewoning te maken hebben, volgens de voorwaarden die met de bewoner zijn overeengekomen.

    De bewoner zal bij aanvang van de bewoning de gegevens overhandigen van de persoon die belast wordt met het beheer van zijn gelden en goederen indien de bewoner in een situatie zou komen waarin hij niet meer in staat is deze zelf te beheren.

    Bij verlies of diefstal van geld of waardevolle voorwerpen draagt de beheersinstantie geen enkele verantwoordelijkheid.

    7. BEËINDIGEN VAN DE BEWONING

    7.1. Algemeen

    De bewoner moet, indien hij de assistentiewoning om welke reden ook ontruimt en verlaat, deze met de erbij horende uitrusting in goede staat afleveren, met afgifte van de erbij horende sleutels. De bewoner dient ervoor te zorgen dat de assistentiewoning wordt teruggegeven, zoals hij ze, volgens de plaatsbeschrijving, heeft ontvangen, met uitzondering van wat door ouderdom of overmacht is tenietgegaan of beschadigd.

    7.2. Opzegging door de bewoner

    De bewoner heeft het recht de overeenkomst te allen tijde te beëindigen, mits inachtneming van een opzegtermijn. De opzegging gebeurt per aangetekend schrijven of door afgifte tegen ontvangstbewijs aan de beheersinstantie. De opzegperiode bedraagt 30 dagen en gaat in op de eerste dag die volgt op de ontvankelijke betekening van de opzegging aan de beheersinstantie. Gedurende die periode blijft de volledige dagprijs en eventuele andere kosten (facultatieve diensten, bijkomende kosten als bedoeld in punt 6.2) verschuldigd voor de dagen gedurende dewelke de bewoner de assistentiewoning nog niet ontruimd heeft.

    De opzegperiode wordt beëindigd op de eerste dag na verloop van de 30 dagen opzegperiode en mits volledige ontruiming en opkuis van de assistentiewoning.

    De bewoner is geen opzeggingsvergoeding verschuldigd.

    7.3. Opzegging door de beheersinstantie

    De beheersinstantie verbindt er zich toe al het mogelijke te doen om de zorgverlening aan de bewoner te waarborgen, teneinde hen zolang mogelijk te laten wonen in zijn assistentiewoning.

    De beheersinstantie verbindt er zich tevens toe het verblijf van de bewoner niet te beëindigen, tenzij

    1) ingeval van overmacht,

    2) de bewoner zijn verplichtingen inzake betaling van de verblijfs- en andere vergoedingen niet naleeft,

    3) het gedrag van de bewoner zwaar storend is voor de andere bewoners,

    4) de assistentiewoning door de bewoner sterk wordt verwaarloosd of opzettelijk beschadigd,

    5) de bewoner in strijd handelt met de bepalingen van de overeenkomst inzake bewoning en/of deze interne afsprakennota of

    6) wanneer naar het oordeel van de behandelende arts de lichamelijke of geestelijke gezond-heidstoestand van de bewoner zodanig is dat een definitieve overplaatsing naar een passen-der zorgvoorziening noodzakelijk is.

    In al deze gevallen zal de betrokken bewoner vooraf door de beheersinstantie worden gehoord.

    Er zal altijd een advies ingewonnen worden door de behandelende arts en indien relevant van de diverse zorgaanbieders die betrokken zijn bij de zorg en de ondersteuning aan de bewoner.

    Onverminderd wat hierna is bepaald, bedraagt de opzeggingstermijn 60 dagen, te rekenen vanaf de eerste dag die volgt op de ontvankelijkheid. De opzegging door de beheersinstantie gebeurt schriftelijk bij een ter post aangetekende brief of door afgifte tegen ontvangstbewijs aan de bewoner.

    De beheersinstantie is geen opzeggingsvergoeding verschuldigd.

    Aan de bewoner kan in principe geen andere assistentiewoning worden toegewezen dan degene die hem bij aanvang van het verblijf werd toegekend, tenzij met diens uitdrukkelijk akkoord of als het recht van de beheersinstantie op het gebruik van de assistentiewoning waarin de bewoner verblijft, wordt beëindigd of ingeval de eigenaar van de assistentiewoning deze zelf wenst te bewonen. In dat laatste geval zal de beheersinstantie aan de bewoner een andere, gelijkwaardige assistentiewoning toewijzen en wordt de verdere bewoning gegarandeerd tot het moment dat de bewoner zijn intrek kan nemen in een andere, gelijkwaardige assistentiewoning. In de overeenkomst van bewoning wordt de bewoner uitdrukkelijk gewezen op de mogelijkheid dat zijn genotsrecht op de hem toegewezen assistentiewoning om die reden kan worden beëindigd.

    7.4. Overplaatsing naar een passender zorgvoorziening

    Als naar het oordeel van de behandelende arts, en na overleg met eventuele andere betrokken zorgverleners, de lichamelijke of geestelijke gezondheidstoestand van de bewoner zodanig is dat een opname in een meer passende zorgvoorziening noodzakelijk is, zal de beheersinstantie, in overleg met de bewoner, zijn gevolmachtigde, zijn familie of mantelzorgers, alle hulp verlenen bij het zoeken naar een passend verblijf en de in punt 7.3 bepaalde opzeggingstermijn verlengen totdat een passende oplossing is gevonden.

    7.5. Proefperiode en verschuldigde vergoedingen

    De eerste 30 dagen van het verblijf worden beschouwd als een proefperiode. Alle voormelde opzeggingstermijnen worden in die periode, zowel voor de bewoner als voor de beheersinstantie, beperkt tot 7 dagen.

    Gedurende de volledige opzeggingstermijn blijft de dagprijs door de bewoner verschuldigd, tot de assistentiewoning ontruimd is. Als de assistentiewoning evenwel ontruimd en opnieuw bewoond is binnen de opzeggingstermijn, zal de dagprijs enkel worden aangerekend tot de dag die voorafgaat aan de nieuwe bewoning.

    7.6. Overlijden

    In geval van overlijden van een bewoner wordt de uitvaart en de begrafenis geregeld door de familieleden.

    Het overlijden van de bewoner of, als er meer dan één bewoner in de assistentiewoning verblijft, van de langstlevende bewoner, maakt van rechtswege een einde aan deze overeenkomst.

    Ingeval één van de twee personen die samen één assistentiewoning betrekken overlijdt, zal de overeenkomst inzake bewoning worden aangepast. Overlijden van één van de twee personen die samen één assistentiewoning betrekken, beëindigt de overeenkomst inzake bewoning niet, maar vormt wel een basis tot eventuele overplaatsing naar een meer geschikte assistentiewoning, indien de langstlevende partner hierom zou verzoeken. Bij overplaatsing naar een meer geschikte assistentiewoning wordt een nieuwe overeenkomst opgesteld.

    De termijn waarover de nabestaanden of gevolmachtigde van de bewoner beschikken om de assistentiewoning te ontruimen, bedraagt 5 dagen. Die termijn kan in onderling overleg worden verlengd.

    Bij overlijden blijft de verplichting tot het betalen van de dagprijs bestaan tot 5 dagen (of de in onderling overleg afgesproken termijn) na het overlijden en nadien voor elke dag dat de flat niet werd ontruimd en gepoetst. Als binnen die termijn de assistentiewoning opnieuw bewoond wordt, zal de dagprijs alleen worden aangerekend tot de dag die voorafgaat aan die nieuwe bewoning.

    Na de 5de dag of het verstrijken van de in onderling overleg vastgestelde termijn, heeft de beheersinstantie het recht de assistentiewoning zelf te ontruimen en de persoonlijke bezittingen van de overleden bewoner op te slaan. Daarvoor kunnen tegen marktconforme prijzen opslagkosten aangerekend worden. Als de vertegenwoordiger/erfgenamen de goederen niet ophaalt binnen de 3 maanden na beëindiging van de overeenkomst, kunnen de goederen verwijderd worden uit de opslagplaats op kosten van de overledene zijn vertegenwoordiger/erfgenamen.

    7.7. Ontruimingsplicht

    De bewoner is gehouden, in geval van opzegging (zie verder) of onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst, de assistentiewoning te ontruimen en te poetsen, uiterlijk de dag waarop de overeenkomst een einde neemt. Indien de assistentiewoning binnen deze termijn niet ontruimd en gepoetst is, wordt de opzegperiode verlengd tot de dag van volledige ontruiming en poetsbeurt en blijft de dagprijs tot zolang betaalbaar aan de beheersinstantie.

    7.8. Terugbetaling waarborg

    Na het einde van de bewoning zal de waarborg als bedoeld in punt 3.5 samen met de gekapitaliseerde interest, aan de bewoner worden terugbetaald, desgevallend na aftrek van de vergoeding voor opzettelijk veroorzaakte schade of een nog uitstaande schuld of tekortkoming aan enige andere bepaling van de bewonersovereenkomst. De beheersinstantie doet na het beëindigen van de bewoning, in samenspraak met de bewoner, diens gevolmachtigde en/of rechtsopvolger(s) het nodige opdat de waarborg kan worden vrijgegeven.

    8. WOONASSISTENT

    8.1. De beheersinstantie stelt een woonassistent aan voor de groep van assistentiewoningen.

    8.2. Elke bewoner kan beroep doen op de woonassistent, die ervoor zorgt dat de bewoner kan deelnemen aan activiteiten die de sociale netwerkvorming bevorderen.

    De woonassistent is minstens eenmaal per week aanwezig in de zorgwoning en is op werkdagen telefonisch bereikbaar tijdens de kantooruren.

    8.3. De naam van en de coördinaten waarop de woonassistent is te bereiken, vindt u in onderstaande tabel

    Onderstaande tabel geeft u een overzicht van de contactmomenten met uw woonassistent(e).

    DAG LUCRÈCE TIM

    MAANDAG 10h00 – 11h00 TER ERPE 14h00 – 15h00 TER ERPE

    DINSDAG 10h00 – 11h00 TER ERPE 14h30 – 16h15 MONA ELISA

    WOENSDAG 10h00 – 11h00 TER ERPE Tim werkt niet op woensdag

    DONDERDAG 10h00 – 11h00 TER ERPE 14h30 – 16h15 MONA & PROMISSA

    VRIJDAG TER ERPE 14h30 – 16h15 JFK

    Tim: 0484 57 10 09 te bereiken: ma, di, do en vr van 09u tot 17u – Niet op woensdag

    Lucrèce: 0489 15 49 36 te bereiken: van ma tot do van 09u tot 17u – vrij van 09u tot 12u

    Naast deze momenten kunt u steeds contact opnemen met de verantwoordelijke Johan Van Vaerenbergh via 0472 45 11 49

    9. INSPRAAK EN ONDERZOEK VAN SUGGESTIES EN KLACHTEN/MELDINGEN

    9.1. De beheersinstantie zorgt voor de oprichting van een gebruikersraad die minstens eenmaal per trimester vergadert. Die raad is samengesteld uit bewoners van de assistentiewoningen of hun vertegenwoordigers. Op elke vergadering dient minstens de helft van de bewoners of hun gevolmachtigden aanwezig te zijn.

    9.2. De gebruikersraad kan advies uitbrengen op eigen initiatief of op verzoek van de beheersinstantie over alle aangelegenheden die de algemene werking van de groep van assistentiewoningen betreffen.

    9.3. De vergaderingen van de bewonersraad worden minstens een maand op voorhand aan de bewoners aangekondigd en/of aan hun gevolmachtigden of mantelzorgers. Die aankondiging kan ook gebeuren door een ad-valvasbericht uit te hangen in de gemeenschappelijke ontmoetingsruimte.

    9.4. Van de vergaderingen wordt een verslag opgemaakt dat aan alle bewoners of hun vertegenwoordigers wordt bezorgd en/of door een ad-valvasbericht wordt uitgehangen in de gemeenschappelijke ontmoetingsruimte. De beheersinstantie en de woonassistent kunnen uitgenodigd worden om de vergaderingen van de raad bij te wonen.

    9.5. De beheersinstantie verbindt zich ertoe actieve communicatie te voeren met de bewoners en de gebruikersraad over de beslissingen die een impact hebben op de dagelijkse werking van de groep van assistentiewoningen, op de kosten van het verblijf of op de aangeboden zorg- en dienstverlening.

    9.6. De beheersinstantie wijst mevr. Lien Vanderstappen aan als klachtenbehandelaar.

    Suggesties, opmerkingen of klachten kunnen door de bewoner of zijn gevolmachtigde aan de klachtenbehandelaar worden meegedeeld, zowel schriftelijk als mondeling.

    e-mail: lien_vanderstappen@hotmail.com

    Per post: Lien Vanderstappen

    Gentsesteenweg 156 bus 35 te 9420 Erpe-Mere

    Telefoon: 0477 50 75 21

    Een klachtenformulier is te verkrijgen bij je woonassistent. De klachten, suggesties en/of opmerkingen moeten gedagtekend zijn en worden vertrouwelijk behandeld.

    De klachtenbehandelaar verzamelt de ingediende suggesties, opmerkingen of klachten. Aan de indiener wordt persoonlijk meegedeeld welk gevolg aan zijn klacht is gegeven, dit binnen een periode van 14 kalenderdagen.

    De klachtenbehandelaar houdt een register van klachten, suggesties en opmerkingen bij, evenals de antwoorden die daarop of gevolgen die daaraan gegeven zijn.

    Dit register is ter inzage van de gebruikersraad.

    Voor de goede gang van zaken is het wenselijk dat de bewoners via dit register geen strikt persoonlijke twisten met andere bewoners trachten te beslechten.

    Klachtenbehandelingen worden periodiek meegedeeld tijdens de bewonersraad.

    9.7. Grensoverschrijdend gedrag

    Woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers moeten elk voorval van grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van een gebruiker binnen de context van hun zorgverlening op een geanonimiseerde wijze melden aan Zorg en Gezondheid.

    Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid

    Afdeling woonzorg

    Koning Albert II-laan 35 bus 33

    1030 Brussel

    telefoon: 02/553.35.09

    e-mail: ouderenzorg@vlaanderen.be

    thuiszorg@vlaanderen.be

    website: www.departement zorg.be

    – Het grensoverschrijdend gedrag moet zich voordoen ten aanzien van een gebruiker binnen de hulpverleningscontext van de voorziening.

    – Het moet uitgaan van een medegebruiker, een personeelslid of een derde die handelt in op-dracht van de voorziening.

    – Elke vorm van grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van een gebruiker binnen de hulpcontext van de voorziening moet gemeld worden. Dit kan zijn : lichamelijke en/of orale agressie, pesten, oplichting, afpersing, schending van de privacy, vernedering, discriminatie, …. of een mengvorm van meerdere laakbare gedragingen.

    Document ‘Melding van grensoverschrijdend gedrag’ is te verkrijgen bij je woonassistent.

    Procedure

    DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED

    Grensoverschrijdend gedrag is elk gedrag dat persoonlijke of algemeen geldende waarden en normen schendt, grenzen overschrijdt en (on)bewust schade toebrengt of dreigt toe te brengen aan anderen, de omgeving of zichzelf.

    Dit gedrag kan plaatsvinden tussen bewoners of medewerkers onderling, tussen bewoners en medewerkers, tussen bewoners of medewerkers en bezoekers.

    In deze tekst wordt “Grensoverschrijdend gedrag van een medewerker naar andere medewerker(s)” niet besproken aangezien dit valt onder het arbeidsreglement.

    Vormen van grensoverschrijdend gedrag:

    1/ Seksueel grensoverschrijdend gedrag:

    elke vorm van verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.

    2/ Agressief gedrag:

    verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag waarbij iemand grenzen overschrijdt en daarbij zichzelf, anderen of de omgeving schade berokkent, zonder zich per se bewust te zijn van de gevolgen en de effecten van het eigen gedrag.

    3/ Pesten:

    herhaalde fysieke, verbale of psychologische agressie naar eenzelfde persoon, waarbij aantasting van waardigheid en integriteit een onderscheid maakt met plagen en ruziemaken. 4/ Discriminatie: het ongelijk behandelen en afwijzen van iemand op basis van “persoon”, wat invloed heeft op de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan leiden tot sociale uitsluiting.

    Verantwoordelijkheden, bevoegdheden, werkwijze

    1/Preventiebeleid

    • Leef- en werksfeer creëren waarin iedereen waardig kan leven of werken, waar mensen elkaar met respect behandelen en privacy gewaarborgd wordt.

    • Van alle medewerkers wordt verwacht dat ze correct en met respect omgaan met bewoners, familie en collega’s, overeenkomstig de deontologische regels en het beroepsgeheim. Ook van bewoners en bezoekers wordt verwacht dat ze op een respectvolle manier omgaan met (mede)bewoners en medewerkers van de VZW.

    • Uitbouwen van een cultuur waarin lichamelijke interactie, seksualiteit en intimiteit bespreekbaar zijn (zie ook Visie op intimiteit en seksualiteit), met aandacht voor het (mogen) afbakenen van grenzen van toelaatbaarheid, en waarin het melden van situaties van grensoverschrijdend gedrag kan.

    • In kaart brengen van risicofactoren en –situaties, en het opstellen van preventieve acties.

    • Vastleggen van taken en verantwoordelijkheden voor het uitwerken, opvolgen en bijsturen van het algemeen beleid rond grensoverschrijdend gedrag. Hierbij hoort ook het opvolgen van individuele situaties van grensoverschrijdend gedrag en de registratie ervan, zodat deze incidenten kunnen aangegrepen worden om het beleid bij te sturen.

    2/ Procedure bij (vermoeden) van grensoverschrijdend gedrag

    Van bewoner naar bewoner (s), medewerker of bezoeker

    1. Melding

    1.1 Acute (extreme) situatie

    Dit is een situatie die dringende actie vraagt, waarbij er kans is op extreme, directe lichamelijke of mentale schade aan het slachtoffer.

    Bv. bewoner A slaat bewoner B met een stok op het hoofd met lichamelijke schade tot gevolg.

    Dadelijk te ondernemen stappen:

     Verwijder slachtoffer en dader van elkaar om het slachtoffer te beschermen en (verdere) schade te voorkomen

     Zorg dat mogelijk bewijsmateriaal of sporen intact blijven

     Onmiddellijk verwittigen: woonassistent of algemeen verantwoordelijke via 0472 45 11 49 alsook de klachtenbehandelaar Lien Vanderstappen: lien_vanderstappen@hotmail.com of 0477 50 75 21

     Politie/justitie verwittigen: dit zal gebeuren door de directie

    1.2 Niet-acute situatie

    Wie, wat, waar, wanneer + ev. gedane acties melden bij de woonassistent en/of algemeen verantwoordelijke maar zeker tijdens het dagelijks overleg..

    Bv. bewoner A roept tegen bewoner B zonder lichamelijke schade, doet zich al dan niet meerdere keren voor

    Bv. Bewoner A scheldt mw. C regelmatig uit, met racistische ondertoon 

    De snelheid waarmee stap 2 en 3 moet gebeuren hangt af van de ernst en de impact van de situatie.

    2. Uitklaren van de situatie

    Alle meldingen (zowel acute meldingen als meldingen vanuit overleg, MDO, mail,…) worden opgevolgd door de woonassistent, de klachtenbehandelaar samen met de directie. Zij brengen het verhaal op een objectieve wijze in kaart door gesprekken met betrokkenen en aanwezigen te voeren. Hierbij wordt ook bekeken of het om een terechte of onterechte beschuldiging gaat. De directie doet een melding aan Zorg-en-Gezondheid.

    3. Verdere aanpak

    De verdere aanpak en opvolging gebeurt door de directie. De keuze van opvang, begeleiding, aanpak hangt af van de situatie die zich heeft voorgedaan, en zoveel mogelijk in overleg met dader, slachtoffer en team. Het doel is gelijkaardige situaties in de toekomst te voorkomen en teams te leren op deze situaties te anticiperen. – opvang van en nazorg aan de slachtoffer(s) – hulpverlening bij de dader via de huisarts, psycholoog,… – begeleiden van het team in het omgaan met deze situaties door bespreekbaar maken in MDO, vorming, begeleiding door psycholoog,…

    10. MAATREGELEN VAN ALGEMEEN BELANG

    10.1. Toezicht

    De beheersinstantie en de dagelijks verantwoordelijke waakt erover dat alle maatregelen van algemeen of gemeenschappelijk belang worden nageleefd. Met dat doel is hij bevoegd alle lokalen te betreden, de individuele assistentiewoningen inbegrepen.

    De beheersinstantie of de dagelijks verantwoordelijke zullen echter de grootst mogelijke privacy nastreven voor de bewoners. Het betreden van de serviceflats gebeurt enkel na een oproep van de bewoner of na diens voorafgaande toestemming. Bij voorkeur gebeurt het betreden van de assistentiewoning in aanwezigheid van de bewoner of diens gevolmachtigde.

    Indien om reden van absolute hoogdringendheid de beheersinstantie of de dagelijks verantwoordelijke zich toch toegang heeft moeten verschaffen tot de assistentiewoning tijdens de afwezigheid van de bewoner, zal deze hiervan onverwijld op de hoogte worden gebracht.

    10.2. Kennisgeving, naleving en wijziging van de interne afsprakennota

    De interne afsprakennota heeft een aanvullend karakter op de bepalingen van de overeenkomst tot bewoning en wordt geacht er integrerend deel van uit te maken, dit met inbegrip van eventuele latere wijzigingen.

    Alle bewoners gaan, door het feit van hun bewoning in de groep van assistentiewoningen, de verbintenis aan de voorschriften van dit reglement stipt na te leven. Het systematisch en op ernstige wijze miskennen van deze afsprakennota kan leiden tot beëindiging van de overeenkomst tot bewoning (zie punt 7.3.5).

    Bij aanvang van de bewoning wordt een exemplaar van onderhavige afsprakennota tegen ontvangstbewijs, dat als akkoordverklaring geldt, aan elke bewoner overhandigd, samen met een exemplaar van de individuele overeenkomst tot bewoning.

    Wijzigingen aan de interne afsprakennota zullen steeds vooraf door de beheersinstantie aan de bewoner worden meegedeeld en zullen ten vroegste toegepast worden dertig dagen na de kennisgeving ervan aan de bewoners en aan hun gevolmachtigden of mantelzorgers en eveneens ook aan de eigenaars.

    11. AGENTSCHAP ZORG & GEZONDHEID

    11.1. De groep van assistentiewoning is een initiatief dat door het Agentschap Zorg en Gezondheid van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap is erkend. Het Agentschap Zorg en Gezondheid, team ouderenzorg, is te bereiken via de volgende coördinaten:

    Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid

    Team Ouderenzorg

    Koning Albert II-laan 35 bus 33

    1030 Brussel

    telefoon: 02/553.35.00

    fax: 02/553.35.84

    email: zorg-en-gezondheid@vlaanderen.be

    11.2. Het Agentschap Zorg en Gezondheid oefent toezicht uit op de erkenning van de groep van assistentiewoningen. De erkenningsvoorwaarden waaraan deze groep van assistentiewoningen moet voldoen zijn opgenomen in het op 1 januari 2013 in werking getreden besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2012 betreffende de groepen van assistentiewoningen. Een kopie van dit uitvoeringsbesluit en de erin opgenomen erkenningsvoorwaarden kan bij de beheersinstantie worden opgevraagd of online geraadpleegd op de website van het Agentschap (http://www.zorg-en-gezondheid.be/assistentiewoningen/).

    11.3. Het Agentschap Zorg en Gezondheid is ertoe gemachtigd om kennis te nemen van de interne afsprakennota (en elke wijziging ervan), het model van schriftelijke overeenkomst inzake bewoning (en elke wijziging daarvan), de boekhouding van de beheersinstantie en de individuele facturen en het register van suggesties, klachten en opmerkingen die door de klachtenbehandelaar wordt bijgehouden. Als niet (langer) aan de erkenningsvoorwaarden voldaan is, kan het Agentschap deze erkenning van de beheersinstantie intrekken.

Ontzorgen

Wonen in een assistentiewoning van VZW De Ster betekent niet alleen modern wonen, maar tevens genieten van heel wat ondersteunende diensten. En laat het ontzorgen van bewoners en hun familie nu net onze topprioriteit zijn!

Daarnaast profiteert u, indien gewenst, van alle zorg, omkadering en de nodige faciliteiten van het nabijgelegen woonzorgcentrum. Dat gaat verder dan zorg alleen. Gezellig en lekker tafelen bijvoorbeeld. Chef-koks in onze huizen bieden dagverse gerechten. Alleen, met medebewoners of met familie? Wij passen ons aan.

Onze woonassistent is uw aanspreekpunt voor al uw vragen. deze houdt een oogje in het zeil, biedt een luisterend oor en is uw vertrouwenspersoon die u in alle discretie helpt met zaken zoals administratie, toegespitste zorg aan huis, de levering van maaltijden, poetshulp en alle andere praktische vragen.

Vanaf 65 jaar kan u in een assistentiewoning terecht. Wie zorgbehoevend is kan al er vroeger thuiskomen.